Basisvaardigheden
De belangrijkste basisvaardigheden zijn taal, rekenen, digitale-, sociale- en motorische vaardigheden. Deze vaardigheden zijn essentieel voor de verdere ontwikkeling van de leerlingen en vormen een belangrijke basis voor hun toekomstige leven en carrière.
- Taal: Leerlingen leren lezen, schrijven, spreken en luisteren in de Nederlandse taal. Dit omvat onder meer het leren lezen van teksten, het schrijven van verhalen en het voeren van gesprekken.
- Rekenen: Het ontwikkelen van rekenvaardigheid is eveneens een belangrijke basisvaardigheid in het primair onderwijs. Leerlingen leren rekenen, wiskunde en probleemoplossende vaardigheden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het leren tellen, het uitvoeren van eenvoudige berekeningen en het werken met getallen.
- Digitale vaardigheden: In het digitale tijdperk is het ook belangrijk om digitale vaardigheden te ontwikkelen. Leerlingen leren bijvoorbeeld hoe ze computers, tablets en andere digitale apparaten kunnen gebruiken, maar ook hoe ze veilig en verantwoordelijk met digitale middelen omgaan.
- Sociale vaardigheden: Het ontwikkelen van sociale vaardigheden is eveneens belangrijk in het primair onderwijs. Leerlingen leren bijvoorbeeld hoe ze samenwerken, hoe ze omgaan met anderen en hoe ze conflicten oplossen.
- Motorische vaardigheden: Tot slot is het ontwikkelen van motorische vaardigheden een belangrijke basisvaardigheid in het primair onderwijs. Leerlingen leren bijvoorbeeld hoe ze zich bewegen, hoe ze kunnen sporten en hoe ze hun lichaam kunnen gebruiken om verschillende activiteiten uit te voeren (grove motoriek). Ook is er aandacht voor de fijne motoriek door bijvoorbeeld schrijf- en tekenopdrachten, knutselvaardigheden (knippen, plakken, vouwen, prikken), of werken met puzzels en constructiematerialen.